Scroll Top

Opinie: ‘Bezuinigen in de zorg kan alleen als de nieuwe coalitie investeert in preventie’

Het Parool 31 januari 2022, 17:00

Bezuinigen in de zorg kan alleen door te investeren in gezond ouder worden, betogen arts-onderzoekers Coco Fuhri-Snethlage en Moritz Warmbrunn. ‘Het huidige preventieakkoord is een goed begin, maar niet voldoende om betere zorg voor minder beschikbaar te stellen.’

Zorgkosten rijzen de pan uit, de vergrijzing neemt toe en voor iedere gepensioneerde zijn straks nog maar twee personen aan het werk. Dit is niet alleen een probleem voor de betaalbaarheid van de zorg, maar ook voor het schrijnende tekort aan helpende handen dat nu al in de ziekenhuizen heerst. De arbeidsparticipatie moet omhoog en er is geen betere manier dan investeren in gezond ouder worden dan om kosten door uitval en ziekte omlaag te brengen. Voorkomen is beter dan genezen en dat geldt zeker ook voor de kosten in de zorg. Helaas is dit geen gemeengoed in Den Haag.

‘Langetermijnvisie ontbreekt’

Het nieuwe coalitieakkoord begint goed. Er wordt meer aandacht besteed aan preventie en de uitgaven in de zorg moeten worden afgeremd zodat betaalbare zorg in de toekomst voor iedereen beschikbaar blijft. Hiervoor zijn plannen opgesteld die de groei structureel met 4,5 miljard euro moeten afremmen. Een erg ambitieus plan, omdat de huidige voorspelling van het RIVM juist is dat de kosten jaarlijks met 2,8 procent gaan stijgen, naar 96 miljard in 2060. Een goedbedoelde inhaalslag dus: er wordt meer aandacht besteed aan preventie. Zo komt er een suikertaks, minder belasting op groente en fruit en meer onderzoek naar obesitas, kanker en dementie. Maar een langetermijnvisie voor het voorkomen van ziekte ontbreekt in deze plannen.

Een visie voor gezondheid vergt niet alleen het mogelijk maken van meer onderzoek en betere behandelingen, maar ook het vergroten van het aantal gezonde jaren. Daardoor blijven mensen uit het ziekenhuis, waardoor er minder personeel nodig is, zoals verpleegkundigen en (medisch) ondersteunend personeel – waar nu nijpende tekorten aan zijn.

Sleutelrol voor de overheid

In 2035 is de piek van de vergrijzing voorspeld. Om de stijgende overheidsuitgaven aan zorg te kunnen blijven betalen moet de AOW-leeftijd naar 68 jaar in 2040. Als de toekomstige 60-plussers dan niet gezond genoeg zijn om te werken, zal dit niet resulteren in een grotere arbeidsparticipatie maar enkel in een hoger ziekteverzuim.

Ernstig overgewicht (obesitas) komt bij ruim 2,3 miljoen Nederlanders voor en geeft een verhoogd risico op een slechtere fysieke en mentale gezondheid, door bijvoorbeeld meer kans op angststoornissen, dementie en depressie. Het verhoogt de kans op meer dan tien verschillende kankersoorten, veroorzaakt samen met overgewicht 80 procent van de type 2 diabetes en 35 procent van de hart- en vaatziekten. Ook ervaren mensen met obesitas vaker stigmatisering en discriminatie, met name in de werkomgeving.

Dit alles resulteert nu al in een hoger ziekteverzuim, met kosten tot wel 600 miljoen op jaarbasis. Europese cijfers wijzen uit dat tot 6 procent van de totale gezondheidszorguitgaven gaat naar de gevolgen van overgewicht en obesitas. Oudere werknemers met obesitas hebben bovendien alleen maar meer verzuim. Reden genoeg om gezonder oud te worden. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid met de maatschappij, maar de overheid speelt hierin een sleutelrol.

Centrale aanpak

Er is al een aantal regionale initiatieven die heil zien in preventie. Zo kennen we het leefstijlloket, een samenwerkingsproject van het Amsterdam UMC en UMC Groningen, of de Vereniging Arts en Leefstijl die artsen nascholing geeft om de leefstijl van patiënten te verbeteren. Maar daarbij lopen mensen dus al bij een arts.

Om de leefstijl op landelijk niveau te veranderen is een centralere aanpak nodig. Wie moet nu een divers probleem als obesitas aanpakken? Officieel is het een kerntaak van de arts Maatschappij & Gezondheid, alleen heeft die op dit moment te weinig instrumenten.

Het intensiveren van de gecombineerde leefstijlinterventie zou kunnen helpen. Succesvolle projecten waarbij gezonde voeding in schoolkantines beschikbaar is, zoals in sommige Limburgse scholen, moeten uitgebreid worden. Verder kan het beproefde IJslandse preventiemodel naar obesitas vertaald worden naar de Nederlandse context. Dit is een regionale aanpak waarin burgers mee kunnen denken over gezondheidsbevorderende projecten, zoals eerder geopperd door obesitaschirurg Maurits de Brauw.

Zou Rutte IV meer inzetten op langetermijnwinst van een gezonde samenleving, dan nemen de kosten sneller af dan door het centraliseren van zorg. Het huidige preventieakkoord en de suikertaks zijn een goed begin, maar onvoldoende om betere zorg voor minder beschikbaar te stellen. Want bezuinigen in de zorg kan pas echt als je investeert in gezond oud worden.

Coco Fuhri-Snethlage is arts-onderzoeker bij Amsterdam UMC en actief voor de Nederlandse Stichting Over Gewicht.
Moritz Warmbrunn is arts-onderzoeker bij Amsterdam UMC en actief voor de Nederlandse Stichting Over Gewicht.