Vergeet de weegschaal, vergeet je BMI-score. Met oma’s oude meetlint kom je er pas echt achter of je buikje te veel risicovet bevat.
Staar je daarom niet blind op een BMI-score, zegt Liesbeth van Rossum, internist en hoogleraar Obesitas en Biologisch Stressonderzoek in het Erasmus MC in Rotterdam. ,,De index vertelt lang niet alles en kan tot verwarring leiden. BMI houdt bijvoorbeeld geen rekening met hoe het gewicht is samengesteld: hoe veel is botmassa, spiermassa, vocht en vetmassa?”
Vetmassa
In fysiotherapiecentrum Céramique in Maastricht haalt Lara Paulus een voorbeeld aan waarbij een ogenschijnlijk goed BMI toch een verkeerd beeld meegeeft. ,,Het is een bekend fenomeen onder ouderen: het is na hard trainen en gezonder leven eindelijk gelukt onder die grens van 25 te komen. Groot is de teleurstelling dat juist het lubberende buikvet geen krimp geeft. Vaak zijn aanvullende, specifieke oefenprogramma’s nodig om dit nog enigszins voor elkaar te krijgen.’’
Beide zorgverleners adviseren de vetmassa te meten om een beter beeld van je gezondheid te krijgen. Die boodschap geldt ook voor huisartsen en andere zorgverleners die nog te vaak aan BMI vasthouden. Van Rossum: ,,Meet vooral de hoeveelheid vet op en rondom de buik. Daar liggen onze belangrijke organen. Mensen mogen heupvet dan wel esthetisch minder fraai vinden, de echte boosdoener is vet op de buik. Dat is hormonaal actiever. Dáár worden ook allerlei ontstekingsstoffen gefabriceerd.’’
Paulus: ,,Meer vetmassa leidt tot meer risico op hart- en vaatziekten, diabetes en hoge bloeddruk. Maar ook tot bepaalde vormen van kanker, een hoge cholesterolwaarde en depressies. Veel buikvet geeft een hogere sterftekans. Dat geldt ook voor mensen zonder overgewicht.’’
Veel buikvet geeft een hogere sterftekans. Dat geldt ook voor mensen zonder overgewicht
Verontrustend
Wereldwijd dringt het besef door dat de bevolking nog ongezonder is dan we denken. Al in 2016 voorspellen onderzoekers van het London Imperial College dat een vijfde van de wereldbevolking in 2025 aan bovenmatige vetzucht lijdt. Inmiddels zijn er wereldwijd meer mensen met overgewicht dan met ondergewicht.
De situatie is nog verontrustender, meldt het vaktijdschrift Frontiers in Public Health eind vorig jaar. De auteurs richten zich op de vetmassa en laten de BMI los: liefst drie op de vier mensen op aarde (5,5 miljard) heeft te veel vetcellen, met alle gevolgen van dien. Slechts 14 procent van de wereldbevolking heeft een normaal percentage lichaamsvet.
Bij vrouwen is een omtrek van 88 centimeter oppassen geblazen. Bij mannen is dat 102 centimeter
Het gros weet alleen dat hun BMI lager uitkomt dan 25. Prima toch? Alleen kennen zij de risico’s en effecten van buikvet niet en grappen ze over hun bierbuiken of zachte lovehandles.
Moet er dan een streep door de Body Mass Index? Dat ook weer niet, zegt Van Rossum. Wetenschappers die werken met statistieken en grote groepen mensen hebben termen als overgewicht en obesitas nodig voor hun onderzoeken. ,,Maar als je wilt diagnosticeren of een individu te veel vet heeft en of dit schadelijk is, moeten we ook naar andere scores kijken.”
Zo meet je echt
1. Zet een horizontaal streepje boven beide heupen en net onder de ribben.
2. Ga rechtop staan met ontbloot bovenlichaam. Plaats de voeten zo’n 25 centimeter van elkaar.
3. Wikkel het meetlint net boven de navel om de taille. Check via de streepjes of het lint horizontaal loopt. Lees af op het moment nadat je ontspannen hebt uitgeademd, zonder dat je met het lint druk uitoefent.
4. Doe dit twee keer en gebruik de gemiddelde waarde in centimeters, afgerond op 0,5 centimeter. Werk nauwkeurig, dus meet op dezelfde plek en op hetzelfde moment van uitademing.
Bij vrouwen is een omtrek vanaf 80 centimeter risicovol. Voorbij de 88 centimeter is het oppassen geblazen. Bij mannen is een omtrek vanaf 94 centimeter risicovol en wordt het gevaarlijk voorbij 102 centimeter.